Tips en voorbereiding voor tests, interviews en assessment.
Tips voor het maken van Intelligentietests:
Lichamelijke en geestelijke fitheid -Zorg dat u fit bent, dus goed slapen. Concentreer u goed tijdens de test, ga niet aan andere dingen zitten denken. Onthoud: hoe meer goed, hoe hoger de score -lees de instructie en de vragen zeer nauwkeurig. Als u te snel gaat lezen maakt u leesfouten en dat kost u punten. Zorg dat u begrijpt welke denkhandelingen er van u verwacht worden.
Maak aantekeningen bij de testopgaven -Maak aantekeningen, streep volgens u foute alternatieven weg. Zo voorkomt u dat u door slordigheid fouten gaat maken of dubbel werk moet doen.
Systematisch werken -Werk systematisch: een voor een. Komt u er niet direct uit: geef dan aan welk antwoord volgens u het meest waarschijnlijk is. Werk zo systematisch de gehele test af. Stop een paar minuten voordat de tijd om is en vul de nog openstaande antwoorden in, met behulp van uw aantekeningen. Het heeft weinig zin om de laatste tien open antwoorden te gokken, dit levert u hoogstens een a twee hits op.
Creatieve perceptie -Bekijk opgaven en gegeven multiple choice antwoorden zowel specifiek als globaal. Soms kunt u niet het exacte antwoord bedenken, maar wel dat het antwoord of groter of kleiner moet zijn dan bijvoorbeeld een bepaalde waarde. Check dit met de alternatieven. Soms komt u zo een heel eind.
Vertrouw op uw eerste oplossing -Ga niet zitten twijfelen en strepen en narekenen. Werk vanaf het begin nauwkeurig en systematisch en heb vertrouwen in de uitkomst van dit proces. Gulden regel: u moet alleen een antwoord veranderen als u 100% zeker weet dat het fout is. Dat weet u nooit, tenzij u over de sleutel beschikt, dus heb vertrouwen in uw eerste serieuze oplossing. Sommige mensen zijn van nature nogal twijfelachtig. Dat is een persoonlijkheidseigenschap. Laat uw intelligentie hiervan niet het slachtoffer worden.
Tenslotte: lees alle tips voor alle testen nog eens rustig door in Het Psychologisch Onderzoek. Bent u in tijdnood met uw voorbereiding, lees dan De kleine Assessmentgids.
Tips voor persoonlijkheidsvragenlijsten.
Persoonlijkheidsvragenlijsten zijn zelfevaluatie-instrumenten; er wordt naar uw eigen mening gevraagd over uw persoonlijkheidsaspecten. Dat kan direct of indirect, maar er komt een score op verschillende eigenschappen uit, waarin u vergeleken wordt met medekandidaten (externe vergelijking met een normgroep) en met de andere gegevens die men van u heeft (interne vergelijking). Veelal gebruikt men persoonlijkheidsvragenlijsten als een soort controlemiddel: scoort u heel extreem, dan is dat verdacht. Ook kan men de uitslag gebruiken voor het interview. U moet zich niet al te veel zorgen maken over de persoonlijkheidsvragenlijsten. Gewoon invullen, en alleen bij vreemde of verdachte uitspraken of stellingen kunt u even uw verstand gebruiken. Bedenk dat als u niet goed in elkaar zat, dan was u waarschijnlijk niet zover gekomen. En als u probeert zich als iemand anders voor te doen krijgt u het zwaar op uw werk. Lees vooral de voorbeelden nog eens na in Het psychologisch Onderzoek en De kleine Assessmentgids, en maak eventueel de persoonlijkheidsvragenlijst achterin Het Psychologisch Onderzoek.
Tips voor Interviews:
De voorbereiding. U dient een goed verhaal te hebben over alles wat u in uw curriculum vitae heeft staan. Zorg dat dit curriculum er smetteloos en duidelijk gestructureerd uitziet. U dient over de nodige zelfkennis te beschikken: men wil weten wat voor mens u bent, hoe u in elkaar zit. Daarbij zal men veelal om concrete voorbeelden vragen. Dus niet alleen: wordt u wel eens kwaad, maar: beschrijf eens een situatie waarin u kwaad wordt, of waarin uw kwaad bent geworden. Dat zijn vragen waarover u van te voren kunt nadenken, en u kunt dus overtuigende voorbeelden naar voren brengen. U dient kennis te hebben van de organisatie en de functie waarom het gaat. Over het algemeen geldt: hoe meer kennis u heeft van de organisatie en de functie, des te groter worden uw kansen in het interview.
De eerste indruk blijft belangrijk: kleed u dus defensief, eventueel in overeenstemming met de heersende gedragscodes van de organisatie. Daarvoor moet u dus kennis van de organisatie hebben: wat is gangbaar: is een spijkerbroek met een colbertje acceptabel of is een pak noodzakelijk? Gaat het om een mantelpakje of moet er nog een chokertje bij? Ook dat zijn dingen die u van te voren kunt uitzoeken. In het algemeen geldt: defensief, dus het zekere voor het onzekere nemen. Voor de interviewers is dit in elk geval een teken dat u de zaak serieus neemt.
Maak van te voren een lijst met uw functierelevante eigenschappen en vaardigheden die volgens u van belang zijn voor de functie. Het komt vaak voor dat naar sommige (belangrijke) eigenschappen en vaardigheden in het geheel niet gevraagd wordt. In zo’n geval is het goed dat u de relevante onderwerpen, die uw geschiktheid demonstreren, bij de hand heeft. Niets is zo vervelend dan dat u achteraf moet constateren dat u weer eens een aantal belangrijke dingen over uzelf niet naar voren heeft gebracht. Het kan ook zijn dat u zich door een zekere gespannenheid bepaalde dingen niet kunt herinneren. Ook dan is zo’n lijstje handig. Op dat lijstje kunt u ook een aantal vragen noteren die uw wilt stellen. In elk goed interview krijgt u de gelegenheid om vragen te stellen. Er zijn altijd onduidelijkheden over de functie, en het feit dat u daar een vraag over stelt geeft alleen maar aan dat u zich grondig heeft voorbereid. Wat u niet moet doen is u fixeren op bepaalde vragen. U kunt wel duizend vragen verzinnen die men u kan stellen. Als u zich op bepaalde vragen fixeert, dan bent u minder helder en reageert u minder alert op (andere) gestelde vragen. U bent immers continu bezig met de vragen die u in uw achterhoofd heeft. Dit leidt u af en dat is iets wat de interviewers snel doorhebben. Ze krijgen dan het idee dat u niet bij de les bent of dat u gespannen bent.
Bereid uw persoonlijke profiel goed voor met concrete voorbeelden en zorg dat u wat weet van de functie en de organisatie. Oefen desnoods het interview met een bekende en vraag om duidelijke kritiek. Neem het eventueel op met video. Zo leert u een goed interview af te leggen, en u went vast aan de interviewsituatie.
Tijdens het interview. Zorg in elk geval dat u ruimschoots op tijd bent. Te laat komen is dodelijk, tenzij het gaat om overmacht, maar dan nog…..Geef iedereen een stevige hand en kijk de betrokkenen aan als u hen een hand geeft. Vraag eventueel of het goed is dat u een lijstje met belangrijke aspecten van de functie gebruikt. Men zal daar geen bezwaar tegen maken, het geeft alleen maar aan dat u uw huiswerk goed gedaan heeft.
U moet een beetje voor psycholoog spelen: dus houdt de voortgang van het gesprek in het oog. Probeer ook greep te krijgen op de regie van het gesprek: stel vragen en vraag om uitleg. Zorg dat u oogcontact heeft met alle interviewers (dat aantal kan normaal gesproken variëren van een tot een stuk of vijf). Belangrijk is dat u de teneur vriendelijk en ontspannen houdt. Laat u niet opfokken door pittige vragen. Vraag naar de achterliggende reden van zo’n vraag, of ga hardop denken, in de trend van: “Oh, dat is een lastige vraag, eens even kijken, als ik u goed begrijp dan wilt u weten hoe ik reageer op stressvolle situaties, welnu ik zal een voorbeeld geven, dat maakt de zaak duidelijk. Tijdens mijn……..” etc.
Zogenaamde impertinente vragen hoeft u niet te beantwoorden. U moet zich steeds afvragen: is deze vraag relevant voor het uitoefenen van de functie in kwestie? Vragen over zwangerschap, ouders, familieleden en herkomst zijn irrelevant. Als u toch zulke vragen krijgt dan kan dat vanwege een tweetal redenen: u heeft met iemand te maken die het niet zo nauw neemt met de gedragsregels voor verantwoord interviewen, of u heeft met iemand te maken die wil zien hoe u reageert op dit soort vragen (wordt u kwaad of blijft u rustig?). In beide gevallen kunt u een wedervraag stellen, in de zin van bijvoorbeeld: waarom wilt u dat weten? En wat is de relatie van die vraag met de functie? Bedenk dat goede interviewers u nooit een impertinente vraag zullen stellen, zij hebben een gedragscode waaraan ze zich te houden hebben. Krijgt u impertinente vragen dan begint het dus enigszins te stinken…… Dat geldt ook voor de situatie waarin u agressief wordt benaderd: mensen die dat doen zijn geen goede interviewers en u moet met dit soort lieden niet (verder) in gesprek gaan.
Waar u op dient te letten is dat u niet te lang van stof wordt. Formuleer kort en krachtig uw antwoorden. Mensen die veel en lang praten worden als vervelend ervaren. Hanteer het KISS principe: keep is short and simple.
Verwerk ook de nodige humor in uw optreden, maar overdrijf het niet, dat wekt irritatie op en u wordt niet serieus genomen. Humor werkt communicatief en maakt de interviewers tot deelgenoten, het schept een band. Goede interviewers zullen u op het gemak proberen te stellen, een goede kandidaat zal ook de interviewers op hun gemak proberen te stellen: het zijn ook maar mensen. Als u iets echt niet weet: zeg dat dan gewoon, ga er niet om heen zitten te draaien. Goede interviewers hebben direct door als u zich ergens uit probeer te praten of als u ergens omheen lult.
Check tegen het einde van het interview uw lijstje, en bedenk of alle relevante punten van u aan bod zijn gekomen. Zo niet, breng ze dan alsnog naar voren. Doe dit wel op tactische wijze, dus niet van, O, ja, wat ik ook nog zeggen wil is dat ik erg goed leiding kan geven, stressbestendig ben, zelden uit mijn humeur raak en altijd op tijd kom….”. U kunt bijvoorbeeld zeggen: “Wat ik nog mis in dit gesprek is het onderdeel leidinggeven, daar heeft u niets over gevraagd, terwijl het toch en belangrijke functie-eis is……”. Zo opent u het gesprek in een richting waarin u zich (nog) kunt profileren.
Vraag aan het einde van het interview hoe de procedure nu verder gaat en op welke termijn u iets hoort. Geef iedereen wederom een hand en kijk de interviewers daarbij aan.
Na het interview: Bedenk wat u fout en goed deed. Let op systematische fouten en zogenaamde toevalsfouten. Systematische fouten, zoals bijvoorbeeld teveel in het defensieve gaan, teveel over uw mislukkingen praten of alleen uw successen vermelden, moet u in de toekomst zien te vermijden. Toevalsfouten zijn toevalligheden die zich voordeden, zoals een totaal onverwachte vraag, u werd zenuwachtig terwijl u dat eigenlijk zelden bent….probeer te achterhalen of u door betere voorbereiding/oefening een fout kunt voorkomen.
Neem daarna een stevige borrel.
Lees nog eens rustig de relevante passages uit Het Psychologisch Onderzoek of De Kleine Assessmentgids.
Tips voor het afleggen van een Assessment
Een goede voorbereiding op een assessment begint met een positieve instelling en lichamelijke fitheid, want een dagje assessment met testjes, interviews en rollenspelen kan zeer vermoeiend zijn. Dat is ook vaak een van de onderliggende verborgen doelstellingen: kijken of een kandidaat over voldoende energie, motivatie en doorzettingsvermogen beschikt. Daarnaast zijn er aan een assessment de nodige consequenties verbonden: het gaat immers om het verkrijgen van een nieuwe (betere) functie of baan of een loopbaanperspectief. Aantrekkelijke banen zijn bijna altijd schaars in die zin dat er meerdere kandidaten zijn voor de beschikbare vacature. Het gaat er dus om u te onderscheiden van uw medekandidaten, en een goede voorbereiding kan daarbij helpen.
Ten eerste is een goede voorbereiding beter voor het zelfvertrouwen, u kunt rustiger en meer zelfverzekerd een assessment ingaan.
Ten tweede zullen uw prestaties door een goede voorbereiding kunnen verbeteren: u komt er beter uit.
Ten derde maakt u aan de opdrachtgever en aan de selecteurs duidelijk dat u het geheel serieus neemt. Kortom: wie zich niet voorbereidt moet wel heel erg slim en overtuigd van zichzelf zijn, maar is in werkelijkheid behoorlijk dom bezig.
Waar moet u op letten bij deelname aan assessmentsimulaties ?
Lees eerst de pagina: richtlijnen voor een goed assessment, of de uitgebreide passages hierover in Het Psychologisch Onderzoek of De Kleine Assessmentgids. U dient zelf de afweging te maken of u deelneemt aan een assessment wat niet aan de eisen uit de richtlijnen voldoet. Er wordt nogal wat gesold met kandidaten en de principes van verantwoorde beoordeling als het gaat om assessments.
Een blauwdruk voor effectief gedrag in interpersoonlijke ACM simulaties.
Voorbereiding:
Lees uw script aandachtig door. Zorg dat u de opdracht goed begrijpt. Dat wil zeggen, het moet u duidelijk zijn wat er speelt en wat u inhoudelijk moet doen om de zaak op te lossen. Bedenk dat u veelal met behoorlijk emotioneel tegenspel te maken kunt krijgen (dat staat vaak niet in het script). Bedenk ook dat u beperkte tijd heeft (20-30 minuten) om een simulatie tot een goed einde te brengen. Uw algemene strategie moet zijn om eerst de relatie met uw tegenspeler ‘goed te krijgen’ zodat u noodzakelijke informatie boven tafel krijgt. Dan pas gaat u actief beïnvloeden en komt u met oplossingen. Dus: eerst er achter komen wat er leeft bij uw opponent, dan pas gaan beïnvloeden. Wees soms ook bedacht op het zogenaamde “lijk in de kast”. Dit houdt in dat uw opponent opeens met een totaal onverwacht bezwaar komt, waardoor uw van te voren uitgestippelde oplossing in duigen valt. Doel hiervan is vooral uw stabiliteit en uw creativiteit te testen.
Intro:
Let op uw vriendelijkheid, dit is vooral in het begin uw sterkste wapen. Is uw opponent zeer dominant onvriendelijk (agressief), laat hem/haar rustig afreageren, stel vriendelijke open vragen, eventueel gevoelsreflexies (onderschikkend vriendelijk). Is uw opponent erg onderschikkend onvriendelijk (klaaggedrag), dan kunt u het beste dominant-vriendelijk optreden (verhelderen, doorvragen). Bedenk: eerst de relatie goed krijgen, dan pas gaan beïnvloeden. Dat uw relatie met uw opponent goed is, merkt u vanzelf. Uw opponent wordt meer open, gaat meer vertellen, wordt vriendelijker en inschikkelijker. U moet dus zeer goed observeren wat er bij uw tegenspeler aan de hand is, zowel inhoudelijk als gevoelsmatig. Aan de hand hiervan bepaalt u uw tactiek. Besteed steeds aan zowel de inhoud als aan de relatie aandacht. Houd wel uw opdracht en het eindresultaat in het oog.
Middengedeelte:
Nadat het u duidelijk is waar het bij uw opponent om gaat moet u het gesprek naar u toetrekken met dominant vriendelijk gedrag. Zet de structuur neer en leg uit wat u van de ander wilt (dit kunt u ook direct bij het begin doen, als uw opponent niet heel dominant onvriendelijk met de deur in huis valt). Als uw opponent blijft zeuren of agressief gedrag blijft vertonen, moet u in elk geval vriendelijk en afhankelijk van het vertoonde gedrag of onderschikkend of dominant optreden. U dient goed op te letten wat voor gevolg dominant of onderschikkend gedrag van uw kant heeft. Waar is uw opponent gevoelig voor? Raakt u in een patstelling verzeild, pas dan bijvoorbeeld een metagesprek toe. Merk op dat jullie er zo niet uitkomen, Blijf vriendelijk en toon uw goede wil. Herstructureer en doe een voorstel. Let goed op hoe uw tegenspeler reageert en of van uw kant juist dominant of onderschikkend gedrag effectief zal zijn. Ook humor of metafoorgebruik kan soms helpen om een patstelling te doorbreken. Let op de tijd. Bent u van mening dat u alle mogelijke vriendelijke moeite gedaan heeft om de kwestie op te lossen en blijft uw opponent moeilijk doen, wordt dan vriendelijk-direct en vraag: “Waarom blijf je zo moeilijk doen? We hebben er allebei belang bij om deze zaak goed op te lossen, waar zit je nu nog mee?”.
Afronding:
Vat de sfeer van het gesprek en de uitkomst concreet samen. Koppel de resultaten hiervan terug naar uw begindoelen. Doe dit op veronderstellende wijze en check bij uw opponent wat deze er van vindt. Voorbeeld: “Volgens mij zijn we er nu wel zo’n beetje uit. Als ik je goed begrepen heb dan vind jij dus…….en ik heb begrepen dat dat erg belangrijk voor je is. Wat mij betreft kan dat , maar we moeten er wel op letten dat……. Voor jou zou dat betekenen dat je dus……… Wat vind je van deze oplossing?” Ziet u nog (nonverbale) indicaties dat uw opponent het er niet mee eens is, of zegt deze dat letterlijk, maak deze bezwaren dan alsnog bespreekbaar. Heeft u geen tijd meer om deze bezwaren te verhelderen, maakt dan duidelijk dat ze belangrijk zijn en maak op korte termijn een vervolgafspraak.
Voorbeeld: “…..Ik zie dat je toch nog twijfelt, of dat je het er niet mee eens bent……dat is jammer, maar we hebben de zaak nu tenminste een keer goed doorgepraat. Toch wil ik dit graag goed met je oplossen. Zullen we er morgen om twee uur nog eens over doorpraten? Ik zou je willen vragen om er in de tussentijd dan nog even over na te denken, dat zal ik ook doen. Dan kunnen we morgen onze standpunten nog eens naast elkaar zetten. Volgens mij moeten we er dan wel uitkomen. Wat vind je van dit voorstel?”
Voor Veelgemaakte fouten bij het uitvoeren van bovenstaande blauwdruk zie de desbetreffende passage in Het Psychologisch Onderzoek, hoofdstuk 11, of De kleine Assessmentgids. Past u bovenstaande goed toe, dan heeft u zoals gezegd een krachtig middel in handen om simulaties effectief te doorlopen. Hoe effectief u kunt worden hangt echter in grote mate af van uw persoonlijkheidsstructuur. U moet dan ook niet denken dat u het nu wel even zult klaren. Goede Assessmentsimulaties zijn behoorlijk pittig en dat betekent voor de meeste kandidaten dat ze, ondanks goede voornemens, automatisch terugvallen in hun normale gedragspatronen. Wat dat betreft kan alleen zeer veel oefening met professionele feedback uitkomst bieden.
Voor meer informatie: zie Het Psychologisch Onderzoek, hoofdstuk 11, of De Kleine Assessmentgids.
Ha Wim,
Samen met een vriend heb ik een site gemaakt waar je gratis assessments kunt oefenen, je hoeft je ook niet te registreren.
https://assess.ly/nl/
Zou je het leuk vinden deze site te noemen op je website? Zou leuk zijn!
Groeten
LikeLike